“Ik heb bouwkunde gestudeerd, maar toen ik trouwde moest ik stoppen met werken”

Gepubliceerd op: 1 februari 2022

Was vroeger alles beter, of heeft ‘nu’ ook zo z’n voordelen? In deze nieuwe reeks gaan verschillende generaties met elkaar in gesprek over maatschappelijke thema’s.

Fusina Verloop (57) en haar moeder Lidy (92) bijten het spits af. “Fusina doet wat ik had willen doen.”

 

Over elkaar

Fusina over haar moeder: “Ik bewonder haar positiviteit, creativiteit en veerkracht. We hebben twee gekke jaren achter de rug, maar mijn moeder heeft zich er niet door uit het veld laten slaan. Ze klaagt haast nooit en maakt zich vooral druk over hoe haar haar zit. Die blijmoedige levensinstelling heb ik ook wel een beetje.”

Lidy over haar dochter: “Fuus is mijn steun en toeverlaat. Ik kan altijd op haar rekenen. We zien elkaar zeker eens per week, soms vaker."

 

Emancipatie

 

Werkende vrouwen waren vroeger een uitzondering. Hoe was dat voor jou, Lidy?

“Ik heb bouwkunde gestudeerd en een paar jaar gewerkt als architect, maar toen ik de vader van Fusina ontmoette ben ik gestopt. In zeven jaar kreeg ik vijf kinderen. Zo ging dat toen. Als je ging trouwen, moest je je werk opgeven. Het heeft me moeite gekost om me daarbij neer te leggen. Mijn bouwkundige kennis heb ik wel gebruikt om verbouwingen in huis in goede banen te leiden.”

Fusina: “Mijn moeder was er altijd voor ons. Ze managede het hele gezin. Het heet dan wel oneerbiedig huisvrouw, maar mijn vader kon alleen carrière maken en het geld verdienen omdat mijn moeder al het andere deed. Toen mijn vader overleed, in 1994, was ik heel benieuwd hoe ze daarmee zou omgaan. Ze had altijd voor hem en voor ons gezorgd, het was haar goed recht geweest om bij de pakken neer te gaan zitten. Maar ze is haar eigen leven gaan leiden. Ze haalde vriendschappen aan, pakte allerlei dingen op, ging cursussen doen. Dat vind ik bewonderenswaardig.”

Lidy: “Het was een heel nieuw hoofdstuk in mijn leven. Vroeger speelde ik de tweede viool. Mijn man was de baas, ik deed meer met de kinderen. Toen hij overleed heb ik voor mezelf een nieuw leven gecreëerd. Ik kon niet anders, het ging vanuit mijn hart.”

 

Hoe kijk je naar de werkende vrouwen van nu, Lidy?

“Ik vind het jammer dat ik zelf niet zo’n vrouw ben geweest. Ik had graag een carrière gehad. Ik had de capaciteiten en de kennis, maar ja. Ik vind het een mooie ontwikkeling dat vrouwen nu niet meer alleen voor de kinderen zorgen. Ik benijd Fusina weleens als ik hoor wat ze allemaal doet. Ze heeft zoveel mensen om zich heen, zo’n netwerk. Als huisvrouw ben je aan huis gebonden. Ik geniet van haar verhalen. Zij doet wat ik had willen doen.”

Fusina: “Je was wel heel actief vroeger, toch mam?”

Lidy: “Ja, ik deed veel voor de school en de tennisclub.Toen het hoofd van de school afscheid nam, zei hij tegen me: ‘U was voor mij de moeder van de school’. Dat zegt wel wat over mijn inzet.”

 

Zijn er nog stappen te zetten wat betreft emancipatie?

Fusina: “Ik denk dat we absoluut op de goede weg zijn, maar ten opzichte van Scandinavische landen lopen we nog wat achter. We doen ons best. Ik ben meer voorstander van natuurlijke evolutie dan dat we met z’n allen zeggen: dit moet zo en zo. Ik geloof bijvoorbeeld niet erg in een vrouwenquotum. Ik vraag me ook af in hoeverre vrouwen bereid zijn om de offers te brengen die bepaalde hoge posities van je vragen. Willen ze dat wel als het betekent dat ze minder thuis bij hun gezin kunnen zijn? Ik heb zelf geen kinderen, maar werk met een gezin combineren lijkt me heel lastig.”

Lidy: “Ik denk dat het belangrijk is dat vrouwen doen waar ze zich goed bij voelen. Ergens plezier in hebben is het belangrijkste.”

 

Welvaart

 

Hadden jullie het vroeger breed thuis?

Fusina: “We hadden het relatief heel goed.”

Lidy: “We deden wel altijd zuinig aan, dat hadden we geleerd door de oorlogstijd. Nog steeds koop ik geen dure dingen voor mezelf. Al heb ik van de kinderen geleerd dat het soms goed is om spullen van goede kwaliteit te kopen.”

Fusina: “Ik ben ook zo: in de basis zuinig, maar af en toe verwen ik mezelf.”

 

Hoe kijken jullie naar de huidige huizenmarkt?

Lidy: “Ik vind het verschrikkelijk. Voordat ik in het verzorgingshuis in Baarn kwam te wonen, heb ik ruim vijftig jaar in Bosch en Duin gewoond. We kochten ons vrijstaande huis met een flinke tuin 55 jaar geleden voor 85.000 gulden. Slapeloze nachten had ik van dat bedrag. En moet je nu eens kijken.”

Fusina: “Je kunt je wel een voorstelling maken van het bedrag waarvoor we het uiteindelijk hebben verkocht. Gelukkig is het gekocht door een gezin dat er net zo verliefd op was als wij, want we hebben er met pijn in ons hart afscheid van genomen.”

 

Is een goed leven voor iedereen in Nederland haalbaar?

Lidy: “Over het algemeen denk ik dat we hier heel fijn leven, in vergelijking met veel andere landen. Natuurlijk is er armoede en zijn er mensen die pech hebben. Je moet er wel zelf iets van maken.”

Fusina: “Vroeger zaten mensen hun hele loopbaan bij dezelfde werkgever, nu is dat anders. Ik heb drie inkomstenbronnen. Dat vind ik fijn aan deze tijd. Het is niet per se makkelijk, maar er zijn wel meer mogelijkheden.”

Lidy: “Wat je zegt, klopt wel. Vroeger was je trouw aan je baas. Als iemand van baan wisselde, was dat verdacht. Je ging niet zomaar weg. Nu wel, maar dat lijkt me ook heel onrustig. Vroeger was het overzichtelijker.”

Ik heb drie inkomstenbronnen. Dat vind ik fijn aan deze tijd, er zijn meer mogelijkheden

Solidariteit

 

Hoe solidair zijn we nog?

Fusina: “Ik geloof dat Nederland een van de hoogste percentages vrijwilligers heeft van heel Europa, dus in dat opzicht denk ik dat we zeker nog solidair zijn. Veel berichten in de media schetsen een negatief beeld, maar om me heen zie ik veel goede initiatieven.”

Lidy: “De jonge generatie vind ik wel heel erg ik, ik, ik. Maar dat is vast ook weer een voorbijgaande golfbeweging. De kinderen van nu maken corona mee, dat zou tot een tegenreactie kunnen leiden.”

 

Keken we vroeger meer naar elkaar om?

Lidy: “Vroeger liep je makkelijker bij elkaar binnen, je maakte geen afspraken. Dat is veranderd.”

Fusina: “Maar je wordt niet vergeten, toch mam? Laatst kwam er nog iemand van de kerk een kerststukje brengen.”

Lidy: “Ja, mensen kijken naar me om. Daarom ben ik ook hier gaan wonen, zodat ik niet in mijn eentje ben. Al liep de buurvrouw ook iedere dag een rondje om mijn huis toen nog in Bosch en Duin woonde, om een oogje in het zeil te houden.”

 

Wat doen jullie zelf voor anderen?

Lidy: “Als ik in de gelegenheid was, zou ik meer willen doen.”

Fusina: “Ik ben lid van de rotary in Amsterdam en voorzitter van de goededoelencommissie. We halen geld op voor goede doelen en ik bak regelmatig taarten voor gezinnen die het niet zo breed hebben. Het is voor mij een kleine moeite en ik doe anderen er een groot plezier mee. Zo heb ik ook lang een kinderbioscoop gerund in een kinderziekenhuis en gaf ik hockeytraining aan kinderen met een beperking. Ik vind het goed om je in te zetten voor mensen die het minder hebben getroffen.”

 

Opvoeding

 

Uit wat voor gezin kom jij, Lidy?

“Ik had twee zusjes, mijn moeder was een van de eerste vrouwen die scheikunde studeerde. Dat deden toen niet zoveel meisjes. Maar ook zij is daarna huisvrouw geworden.”

 

Wat heb jij je kinderen zelf willen meegeven?

“Ik heb geprobeerd nooit te zeggen hoe iets hoort of moet, ik leerde hen dat liever door zelf het goede voorbeeld te geven. Ik denk dat het beter werkt als je iets voordoet dan wanneer je het in woorden zegt. Ik heb mijn kinderen meer vrijgelaten dan mijn ouders mij. Vroeger deed je wat je ouders zeiden. Ze verwachtten veel van je, en het werd je kwalijk genomen als je je niet gedroeg zoals het hoorde. Dat wilde ik anders aanpakken.”

 

Wat vond jij fijn aan je opvoeding, Fusina?

“Ik heb goede normen en waarden meegekregen. Beleefd zijn tegen andere mensen, anderen respecteren, ook al hebben ze een andere mening. Ik heb goede herinneringen aan de rituelen en tradities, feestdagen. Mijn vader nodigde altijd de hele familie uit. En dat reizen is ook goed voor ons geweest, het opent je ogen voor hoe het er in andere landen aan toegaat.”

 

Wat vond je minder fijn?

“Dat we nooit over religie hebben gesproken.”

Lidy: “Dat is zo. Je vader moest er niets van hebben. Ik ging wel naar de kerk, dat vond hij maar zozo. Ik had er meer over moeten praten met jullie.”

Fusina: “Je kunt niet alles perfect doen.”

 

In hoeverre zijn normen en waarden veranderd in de afgelopen decennia?

Lidy: “De stijl van leven is een beetje verslonsd. Mensen zijn minder beleefd geworden. Niet dat ik nou zo braaf ben, integendeel, ze zeggen weleens dat ik te veel praat. Maar ik probeer in ieder geval te luisteren naar anderen, en begrip op te brengen voor hun standpunt.”

Fusina: “Dat heb ik van huis uit dus ook meegekregen. Ik heb weleens Amerikanen over de vloer gehad die zeiden dat ze met mij voor het eerst in hun leven over politiek konden praten zonder ruzie. Ik heb het idee dat we ons in Nederland steeds minder goed kunnen verplaatsen in andermans mening. Dat vind ik jammer. We zouden er trots op moeten zijn dat we zoveel politieke partijen hebben en dat we de vrijheid hebben om te zeggen wat we vinden.”

Technologie

 

Wat vinden jullie goed en slecht aan de technologische vooruitgang?

Lidy: “Het internet is iets moois. Je kunt alles opzoeken. Wat ik wel jammer vind, is dat mensen nauwelijks meer lezen. Dat zou meer gestimuleerd moeten worden. Als je leest kom je in een andere wereld terecht, de kinderen van nu zitten veel op hun telefoon.”

Fusina: “Aan de andere kant denk ik dat het kinderen juist ook heel creatief kan maken. Als ik zie wat sommige kinderen op TikTok doen, vind ik dat indrukwekkend. In onze tijd had je dat allemaal niet.”

Lidy: “Ik maak me wel een beetje zorgen. Kinderen moeten niet vergeten dat ze vriendjes hebben met wie ze kunnen praten. Alleen maar berichtjes sturen is zo onpersoonlijk.”

 

Tot slot

 

Welke levenswijsheid had je liever eerder geweten?

Fusina: “Dat je altijd je eigen koers moet varen en naar je intuïtie moet luisteren. Juist door de dingen te doen waar jij je goed bij voelt, kun je succesvol worden.”

Lidy: “Ik had wel eerder willen weten dat negatieve of verdrietige dingen ook iets moois kunnen brengen. Als je met elkaar iets droevigs beleeft, brengt dat je ook samen. Zo’n gebeurtenis verbindt. Ook in de minder leuke tijden zijn lichtpuntjes te vinden.”