Grieks pensioen is riant en karig tegelijk

Gepubliceerd op: 18 februari 2022

Het op één na beste pensioenstelsel ter wereld. Dát hebben we in Nederland, volgens de jaarlijks gepubliceerde Mercer CFA Institute Global Pension Index, waarin 43 landen worden meegenomen. Doen ze het in andere landen dan zo slecht? Elke twee weken duiken we in het stelsel van een specifiek land, twintig weken lang. Voor deze aflevering gaan we weer mediterraan, naar het land van olijven, het Parthenon en de mythologie: Griekenland.


In Griekenland worden de pensioenen grotendeels gefinancierd uit de staatskas. Tijdens de Griekse schuldencrisis, die uitbrak in 2010, moest de regering de pensioenen dan ook verschillende keren verlagen. Sommige Grieken moesten hierdoor tot de helft van hun pensioen inleveren. Deels onrechtmatig, oordeelde de hoogste rechter van het land in 2020. Daarop besloot de overheid om datzelfde jaar nog in totaal 1,4 miljard euro terug te geven aan gedupeerde gepensioneerden.

 

Handicap

Inmiddels staat het land financieel weer op eigen benen, maar vergrijzing is er nog altijd een groot probleem. Griekenland is een van de meest vergrijsde landen in Europa, meer dan 20 procent van de Grieken is ouder dan 65 jaar. Hervormingen zijn dan ook nodig, maar die juicht de bevolking niet bepaald toe. Nieuwe pensioenplannen werden in 2020 ontvangen met stakingen en demonstraties. Inmiddels is de wettelijke pensioenleeftijd opgetrokken naar 67 jaar, voor mannen en vrouwen die minimaal 4.500 dagen pensioenpremie hebben afgedragen (equivalent van 15 arbeidsjaren). Voor Grieken die een zwaar beroep hebben of moeten werken onder onhygiënische omstandigheden, gelden uitzonderingen. Dat geldt ook voor inwoners die de zorg dragen voor kinderen, broers of zussen met een handicap. Wie graag vroeger met pensioen wil, kan vanaf 62-jarige leeftijd stoppen met werken. Voor elke maand die er minder wordt gewerkt ten opzichte van 67 jaar, gaat er dan wel 1/200 af van het pensioen.


Geen vetpot

Het Griekse equivalent van onze AOW hangt niet af van inkomen en is dus voor iedereen even hoog (onder de eerdergenoemde voorwaarde dat je 15 jaar premie hebt afgedragen, maar ook 15 jaar in Griekenland hebt gewoond). Een vetpot is die voorziening niet: 384 euro per maand. Een flink contrast met onze AOW, die 1.244 euro bedraagt voor alleenwonenden en 838 euro voor mensen die samenwonen of getrouwd zijn.

 

Ook het aanvullende pensioen wordt in Griekenland door de overheid geregeld. Het is verplicht en wordt net als ‘de Griekse AOW’ gefinancierd op basis van omslag (de werkenden betalen met zijn allen de pensioenen van de gepensioneerden). Het maximale bedrag waarover je pensioen kunt opbouwen, is 6.500 euro per maand. De verplichting geldt alleen voor werknemers. Zelfstandigen kunnen kiezen voor deelname aan de aanvullende pensioenregeling. Vóór 2020 bepaalde het inkomen van de zelfstandige de pensioenpremie, maar daarna werd hun elk jaar de mogelijkheid geboden om te kiezen tussen zes verzekeringscategorieën. Hoe hoger de categorie, hoe hoger de maandelijkse premieafdracht en het pensioen dat uiteindelijk ontvangen wordt.


Zwaard van Damocles

Als je in aanmerking neemt dat een Griek met een gemiddeld netto inkomen maar liefst 83,6 procent daarvan netto krijgt uitgekeerd als pensioen, dan kun je dat gerust riant noemen. Iemand die in Griekenland de helft van dat gemiddelde netto inkomen verdient, ziet daarvan zelfs 94,1 procent als pensioen terug. Maar concludeer niet te snel dat je in Griekenland beter af bent. Het gemiddelde inkomen in Griekenland is namelijk aanzienlijk lager dan in Nederland. Inclusief AOW kreeg een gepensioneerde Griek in 2020 gemiddeld slechts 17.670 euro per jaar. In Nederland ligt dat bedrag op bijna 49.000 euro. Bovendien leunt het Griekse pensioensysteem zwaar op financiering via omslag. Daardoor hangt de vergrijzing als een zwaard van Damocles boven de pensioenen.

Het Griekse pensioenstelsel: Facts & figures

Inrichting: Eén pijlerstelsel, met een inkomensonafhankelijk pensioen van de staat en een aanvullende regeling die verplicht is voor werknemers (zelfstandigen kunnen zelf kiezen).

 

Financiering: Op basis van omslag.

 

 

0,5

0,75

1

1,5

2

3

Netto pensioen

53.2

69.4

83.6

109.2

132.8

173.0

Netto vervangingsratio

94.1

87.8

83.6

79.2

77.5

76.4

Totaal netto pensioenvermogen bij pensionering

17.3

16.1

15.4

14.6

14.3

14.1

 

Toelichting tabel:

De kolom onder ‘1’ geeft de situatie weer voor iemand met het gemiddeld netto inkomen. De kolom onder 0,5 weerspiegelt de situatie van iemand met de helft van het gemiddeld netto inkomen, et cetera.

 

Netto pensioen: het netto pensioen dat iemand ontvangt als percentage van het netto gemiddeld inkomen. 

 

Netto vervangingsratio: het netto pensioen dat iemand overhoudt, uitgedrukt in een percentage van het totale loon van het betreffende individu.

Totaal netto pensioenvermogen: waarde van de verwachte uitkeringen als meervoud van netto jaarinkomen.