"De kleinste ontwerpaanpassingen kunnen een groot verschil maken"

Gepubliceerd op: 7 februari 2022

Wie zíjn toch die mensen die ervoor kiezen in de pensioensector te gaan werken? Wat doen ze daar de hele dag voor jouw pensioen? En vinden ze hun werk nou oprecht leuk? We nemen je mee achter de schermen.

Brettney Vlieland-Pijst (33) is adviseur marketing & communicatie en visueel designer bij APG. “Het is voor mij een uitdaging om informatie zo simpel mogelijk te maken, zodat het voor iedereen toegankelijk is.”

 

Wat doe je precies bij APG?

“Officieel ben ik adviseur marketing & communicatie, maar dat is eigenlijk een containerbegrip. De één is marketeer, de ander contentspecialist. Ik ben een beetje een vreemde eend in de bijt. Het werk dat ik doe is heel divers. Ik ben inmiddels visueel designer, want ik houd me nu ook bezig met grafische vormgeving.”

 

Aan wat voor werkzaamheden moeten we dan denken?

“Ik maak bijvoorbeeld verslagen op, maar ook het welkomstkaartje dat pensioendeelnemers ontvangen en nog veel meer. De visuele identiteit van een fonds is ontzettend belangrijk. We beheren geld van mensen; een betrouwbare, herkenbare uitstraling is dan essentieel. Ik werk binnen APG vooral voor bpfBOUW, het pensioenfonds voor de bouw.”

 

Hoe ben je hier beland?

“Ik ben ruim vijf jaar geleden bij APG begonnen bij het klantcontactcentrum, dat is een goede plek om het bedrijf en de klanten te leren kennen. Vervolgens ben ik overgestapt naar de werkgeversdesk, waar ik werkgevers hielp met cao-gerelateerde vragen. Daarna werd ik contentspecialist bij de afdeling marketing & communicatie. In deze functie heb ik steeds meer grafisch werk naar me toe getrokken. Ik ben ook aangenomen met die bedoeling, denk ik. Ik heb eerder gewerkt bij een educatieve uitgeverij.”  

 

Wat maakte dat jij dacht: ik ga in de pensioenwereld aan de slag, dáár gebeurt het?

“Vóór APG werkte ik als zelfstandige. Ik was continu bezig met het binnenhalen van nieuwe opdrachten. Toen ik kinderen kreeg, had ik behoefte aan wat meer zekerheid. Bovendien miste ik collega’s om me heen. Met de pensioenwereld an sich had ik niet zo veel, maar ik heb wel hart voor de bouw. Mijn inmiddels gepensioneerde vader werkte in de bouw, en andere familieleden doen dat nog steeds. Dat is erg leuk, want zij vormen mijn klankbord. Als ik een idee heb, leg ik het aan hen voor; zij zijn immers de doelgroep.”

“Famileden van mij werken in de bouw. Dat is erg leuk; zij vormen mijn klankbord”

Wat deed je als zelfstandige?

“Ik was fotograaf. Ik ben best wel een strebertje en dat heeft me ver gebracht. Zo ben ik in een boek beland als één van de honderd beste opkomende fotografen van Nederland. Supertof.”

 

Mis je je fotografiewerk niet?

“Wel een beetje, maar in mijn vrije tijd fotografeer ik gelukkig nog regelmatig. Voor bpfBOUW ontferm ik me trouwens ook over de fotografie en video-opnamen met externe partijen. Zo hebben we een video gemaakt over wat er qua pensioen allemaal komt kijken bij een scheiding. Echt fantastisch vond ik dat, om mensen te vinden die openhartig wilden vertellen over zo’n gevoelig onderwerp.”

 

Wat geeft je voldoening in je werk?

“Ik wil een verschil kunnen maken. Foto’s maken is leuk, maar als ik iets ontwerp waardoor mensen ineens wél begrijpen hoe ze iets moeten invullen, maak ik veel meer impact. Ik heb een zwak voor doelgroepen die bijvoorbeeld moeite hebben met lezen. Het is voor mij een uitdaging om content zo simpel mogelijk te maken, zodat het voor iedereen toegankelijk is. Dat doe je niet alleen in tekst, maar ook door – ik noem maar wat – twee kolommen te gebruiken in plaats van één, zodat je kortere zinnen krijgt. En ook met symbolen en infographics kun je een enorm verschil maken. Alle informatie die we brengen, moet duidelijk, eenvoudig en overzichtelijk zijn. Het geeft me voldoening om daaraan bij te dragen.”

Welke eigenschappen maken jou geschikt voor deze baan?

“Mijn enthousiasme en creativiteit. Ik ben ook iemand die altijd in mogelijkheden denkt: hoe kan het wél?”

 

Hoe ziet een werkdag eruit voor jou?

“Ik kijk eerst in mijn mail of er hulpvragen zijn. Dat kan van alles zijn; van het bewerken van een foto tot het plaatsen van een video op YouTube. Ook krijg ik regelmatig de vraag of ik wil meekijken of iets klopt met de huisstijl. Dan ga ik verder met mijn projecten, zoals het pensioenhandboek. Verder heb ik niet een bepaald dagritme. Dat brengt ook uitdagingen met zich mee; je moet alles goed plannen, want je kunt gauw verzuipen in het werk. Als je alles oppakt, kom je niet meer aan het belangrijkste werk toe. Maar het zou niets voor mij zijn om elke dag hetzelfde riedeltje af te werken. Ik houd van afwisseling en verandering, daar drijf ik op.”

 

Wat doe je als je niet aan het werk bent?

“Mijn zoon (6) en dochter (4) nemen veel tijd in beslag. Ik ga graag dagjes uit met ze, naar de dierentuin bijvoorbeeld. Verder ben ik toch wel het liefst aan het werk. Ja, ik ben een echte workaholic.”

 

Hoe reageren mensen in je omgeving als je ze vertelt over je werk?

“Er komt altijd wel weer een discussie op gang over de pensioenen en dat er niets voor hen overblijft. Ik probeer ze dan het belang van collectiviteit uit te leggen. Dat helpt meestal wel. Als ik vertel wat ik precies doe, snappen ze wel waarom ik hier bij APG zit. Mijn vrienden zullen overigens nooit denken dat ik een saaie baan heb, daar kennen ze mij te goed voor.”

 

Wat merken pensioendeelnemers van jouw werk?

“Heel veel, met mijn werk maak ik informatie toegankelijker en begrijpelijker voor ze. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een pensioenhandboek voor werkgevers. Veel werkgevers in de bouw zijn familiair. Zij weten het als eerst als er iets wijzigt in de persoonlijke situatie van hun werknemers. Als iemand gaat scheiden bijvoorbeeld, kan de werkgever een to-dolijstje geven, met daarin ook de eerdergenoemde video, zodat zijn werknemer precies weet wat hij moet regelen. De kleinste aanpassingen kunnen een groot verschil maken. Om nog een voorbeeld te noemen: op formulieren werd vaak een handtekening vergeten, omdat een vlakje daarvoor ontbrak. Door zoiets simpels toe te voegen, en een checklist te maken met vinkjes – ‘dit moet u doen, dat moet u inleveren’ – moet dat in de toekomst beter gaan. Dat voorkomt ook dat formulieren heen en weer gestuurd moeten worden.”