“De oplossing zit in de mix; het is en, en, en, en”

Gepubliceerd op: 11 april 2024

Nederland vergrijst. En dat heeft invloed op van alles en nog wat, op bijvoorbeeld de woningmarkt, het zorgstelsel, de economie, de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel. In een reeks artikelen behandelen we deze onderwerpen aan de hand van interviews met een expert. Deze keer macro-econoom en senior strateeg Maarten Lafeber van APG en Aleid Smid (69) over de invloed van de grijze golf op de arbeidsmarkt.

 

“Nederland vergrijst en ontgroent”, weet Lafeber. De bevolking wordt steeds ouder, onder meer door betere gezondheidszorg. Maar volgens hem komt daar nog een ander aspect bij: er worden minder kinderen geboren. “Ongeveer zestig jaar geleden waren er in Nederland naar verhouding meer jongeren dan ouderen. Maar de ontgroening, het naar verhouding afnemen van het aantal jongeren, slaat toe en wordt steeds duidelijker zichtbaar in de bevolkingscijfers”, aldus Lafeber. Dat heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt. Lafeber stipt hierbij de zogenoemde ’dependency ratio’ aan, ofwel de afhankelijkheidsratio. “In Nederland staat die ratio momenteel op 3,1. Met andere woorden: voor iedere werkende oudere zijn er 3,1 jongeren. In 1960 waren dat er 6,8. En in 2050, zo is de verwachting, zijn dat er 2,2.”

 

Nederland scoort op deze ratio wereldwijd relatief goed. “Landen als Duitsland en Frankrijk hebben wat dat betreft een grotere uitdaging, voor China en Zuid-Korea zijn de problemen nog groter. In China is de ratio nu 4,8, maar dat daalt in 2050 naar 1,9. Dat is een hele snelle afname.” Dat het cijfer in Nederland ‘nog wel meevalt’ is volgens Lafeber deels te danken aan de migratie. “We dachten dat de ratio er anders uit zou zien, maar zijn min of meer verrast door de invloed van migratie. In 2014 dachten we nog; we zitten qua omvang van de beroepsbevolking op de piek, nu gaan we krimpen. Dat blijkt niet het geval, en dat is best positief.”

In 2014 dachten we nog; we zitten qua omvang van de beroepsbevolking op de piek, nu gaan we krimpen. Dat blijkt niet het geval

Het zwaartepunt verschuift

De veranderende samenstelling van de (beroeps)bevolking heeft effect op de economie, zegt Lafeber. “Door onder meer een ouder wordende beroepsbevolking verandert de structuur van de economie en verschuift het zwaartepunt steeds meer naar diensten.” Hij doelt op de transitie van een door landbouw gedomineerde samenleving, via een meer industriële periode, naar een diensteneconomie met meer dan 80 procent van de banen in de dienstensector. “Hierbij speelt aan aantal factoren een rol. Ten eerste: diensten kun je niet importeren, zoals goederen. Het zijn de handen aan het bed in de zorg. Of de kapper op de hoek van de straat. Ten tweede: als mensen in die beroepen met pensioen gaan, dan neemt mede door het dalende aantal jongeren (ontgroening, red.) automatisch de druk op de bestaande beroepsbevolking toe. Daar moeten we voor oppassen, we moeten ervoor waken dat de werkenden over de kling worden gejaagd. De werkende bevolking wordt ouder, en alle handen zijn nodig. Daarbij willen we dat iedereen gezond met pensioen gaat.”

 

De schaarste betekent volgens Lafeber bovendien dat arbeidstarieven oplopen. Daardoor wordt een knipbeurt bij de kapper duurder en stijgen ook de zorgkosten. “Dat druist in tegen wat we willen, namelijk de zorg bereikbaar en betaalbaar houden.” Maar dat is het niet alleen, in een door diensten gedomineerde samenleving is het volgens Lafeber ook lastiger om economische groei te realiseren. “Een kapper kan moeilijk productiever worden, wat een productiebedrijf wel kan – bijvoorbeeld door innovatie. En AI dan, vraag jij je natuurlijk af. Dat klopt, dat kan de boel binnen de dienstensector op z’n kop zetten en helpen om productiviteitsgroei te realiseren. Echter, het is nog onduidelijk in welke mate en op welke wijze AI daadwerkelijk invloed zal hebben.”

 

Meer oplossingen

Naast innovatie zijn er meer oplossingen, in de ogen van Lafeber. “We moeten serieus kijken naar arbeidsmigratie. En naar arbeidsparticipatie. Dus welk deel van de beroepsbevolking doet ook daadwerkelijk mee? In Japan werkt een groot deel van de bevolking langer door. Daar doet een derde van de mensen tussen de 69 en 74 jaar nog mee. In de leeftijdscategorie tussen de 65 en 69 jaar is dat zelfs de helft.”

 

Lafeber ziet dan ook een oplossing in een mix. “Ja, de AOW-leeftijd moet verder omhoog en we moeten stimuleren dat langer doorwerken loont. Maar we moeten ook mensen van buiten Nederland aantrekken. En we hebben baat bij technologische ontwikkeling. Het is dus en, en, en, en.”

De potentiële beroepsbevolking, alle personen van 20 jaar tot de AOW-leeftijd, geeft een beeld van het aantal beschikbare arbeidskrachten de komende jaren. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) stijgt de potentiële beroepsbevolking tot 2025 naar ruim 10,9 miljoen. Daarna blijft de omvang jarenlang min of meer stabiel. Naar verwachting neemt deze groep weer in omvang toe na 2040.

“Vergrijzing? Ik kan er niks mee”

 

Jarenlang bestierde Aleid Smid (69) met haar partner een eigen televisiebedrijf in het Gooi. In 2018 ging het roer om. Aleid ging terug naar haar roots, eerst professioneel en later ook geografisch. Zo pakte ze haar oude werk als kleuterjuf weer op én verhuisde ze naar haar geboortegrond in het hoge noorden, het piepkleine Groningse plaatsje Den Andel. Een dorp dat – hoewel enorm vergrijsd – allesbehalve is ingeslapen.

Om met de deur in huis te vallen: vergrijzing is een term waarvan Aleid liever afscheid neemt. “Het is een nietszeggend containerbegrip waarin men iedereen over één kam scheert. Maar de ene persoon is de andere niet. Neem Den Andel als voorbeeld. We hebben hier relatief veel 65-plussers. Hebben we het hier over bejaarden? Dan moet je mínstens 85+ zijn!’’ lacht ze. “We hebben een levendige gemeenschap. Mensen kunnen en doen ontzettend veel en ik vind dat je ook op die manier naar Nederland moet kijken. Dus vergrijzing? Ik kan er niks mee.”

 

Afgeserveerd door de maatschappij
APG-econoom Lafeber stelt in zijn visie op de vergrijzende arbeidsmarkt dat langer doorwerken moet worden gestimuleerd. Aleid nuanceert dit, want dat men niet langer zou ‘willen’ doorwerken, is wat haar betreft niet het probleem. “Ik was heel actief tot m’n 67e. Toen kwam het moment dat ik met pensioen mocht. Men kijkt dan naar je alsof je niet meer meetelt. Onder het mom van: nu hoef je niks meer. Maar dat voelt voor mij alsof ik niks meer mag. De maatschappij vertelt je namelijk dat je klaar bent. Zo is het systeem ook ingericht, geld verdienen is niet of nauwelijks meer mogelijk. Jammer, dan ga ik wel op mijn eigen manier dingen doen.”

 

Kijken naar wat iemand wil en kan
Volgens Aleid doen je competenties er nauwelijks meer toe, als je nog wel wilt werken. Ze deelt haar ervaring. “Een seniorenuitzendbureau bood me werk aan op een laag niveau. Bijvoorbeeld achter een balie zitten of kinderen naar school brengen. Ze houden geen rekening met wat iemand wil en kan. Dat is een heel raar gevoel. Alsof je kennis er niet meer toe doet. Ik kreeg ook het aanbod twee dagen per week op de school te blijven waarop ik lesgaf. Het salaris? De maximale vrijwilligersvergoeding van 1.900 euro per jaar. Zo word je toch niet serieus genomen? Ik kan nu best rondkomen van mijn pensioentje, een gedeeld partnerpensioen en wat aanvullende polissen. Maar sparen is er niet meer bij.” 

 

Groot arbeidspotentieel onder gepensioneerden
Terwijl de beroepsbevolking alsmaar krimpt, lijkt de huidige methode om mensen te laten doorwerken gebrekkig en demotiverend. Dat beaamt Aleid: “We zijn gewend dat oudere mensen plaatsmaken. Hup, naar de ANWB, dezelfde pakjes kopen en fietsen maar. De oplossing? Mensen die graag willen werken, ook laten werken. In een vakgebied dat bij hen past. En daarin geen rekening houden met leeftijden, dus niet discrimineren. De huidige methode vind ik te rigide. Je krijgt vanaf een bepaalde dag AOW en dus moet je stoppen met werken. Dat zou anders moeten. Als je daar serieus naar kijkt, heb je een groot arbeidspotentieel.”

 

AOW-leeftijd opschroeven
De AOW-leeftijd verhogen, daarin ziet Aleid geen heil. “Als je je hele leven hoort: je stopt met werken op je 65e en ze schroeven die leeftijd ineens op, dan is dat mentaal heel lastig. Laat staan als je een fysiek zwaar beroep hebt. Wat mij betreft zou je op je AOW-leeftijd de vrijheid moeten hebben en voelen om keuzes te maken. Of je stopt met werken, of je werkt door en daarvoor krijg je normaal betaald. Ik snap niet waarom de optie er niet is. Dan was ik zeker gebleven.”

 

Filmles voor bejaarden
Ondernemen en bezig zijn met creatieve content zit in Aleid’s bloed. En dat bloed kruipt nog altijd waar het niet kan gaan. Zo is ze bestuurslid bij De Holm, een centrum voor leren, werken en zorgen. “Wat we hier doen, is een nieuwe vorm van wijkgerichte zorg die nog een plek moet krijgen in het zorglandschap. Na acht jaar leuren om subsidies komt daar nu langzaam zicht op”, zo vertelt ze. Daarnaast zit ze in het bestuur van festival Den Andel, een muzikaal platform voor muzikanten uit Noord-Nederland. Met haar ervaring in subsidieland haalt Aleid onder andere het geld op om dit festival te realiseren. En ze zorgt voor de verslaglegging. Lachend vertelt ze: “Ik geef de bejaarden filmles. Ik weet tenslotte iets over didactiek en film. Van het festival maak ik de aftermovie en we hebben acht podia die in beeld moeten komen. Dus ik leer vrijwilligers hun filmniveau wat op te krikken. De een wil gewoon de opnameknop vinden, de ander leert het liefst een script te schrijven. Maar niemand durft nog verticaal te filmen, dus de kwaliteit van de video’s gaat omhoog.”

  • Naam: Aleid Smid
  • Leeftijd: 69
  • Woonplaats: Den Andel
  • Burgerlijke staat: weduwe, geen kinderen
  • Pensioendatum: januari 2021
  • Werkgevers: Stadschouwburg Groningen, VARA, eigen onderneming ASTC Media, basisschool De Ridderhof