Waarom stijgt de rente op onze spaarrekening nauwelijks?

Gepubliceerd op: 6 mei 2022

Actuele kwesties op het gebied van economie, (verantwoord) beleggen, pensioen en inkomen: iedere week geeft een expert van APG een helder antwoord op de vraag van de week. Deze keer: Thijs Knaap, chief economist bij APG, over de vraag waarom veel rentes stijgen – behalve die op je spaarrekening.

 

Het leven van de spaarder is al jaren geen pretje. Al sinds 2015 is de rente op opneembaar spaargeld, zoals bijvoorbeeld een internetspaarrekening, lager dan 1 procent. De huidige stand is zelfs een schamele 0,01 procent. En wie te veel geld bij de bank stalt, moet betalen: bij de meeste banken wordt over het tegoed boven een ton een tarief van −0,5 procent gerekend. Tegelijkertijd stijgen de hypotheekrente en de rente op de kapitaalmarkt. Logische vraag is daarom: wanneer kan de sparende burger daarvan meeprofiteren? Dat zou nog wel eens een poos kunnen duren, verwacht Knaap. Er zijn namelijk verschillende soorten rentes die door verschillende oorzaken stijgen of dalen.


Spaarrekening

Boos worden op de banken is dan ook niet terecht, stelt Knaap. “Het tarief op de spaarrekening, een korte lening, is vorstelijk vergeleken met het markttarief op korte leningen. Dat is al zo sinds 2009, middenin de financiële crisis. Dat valt goed te zien in een grafiek met de spaarrente en de tarieven die banken elkaar rekenen voor leningen van 3 en 12 maanden. Het geld dat banken van elkaar kunnen lenen is een stuk goedkoper dan dat van spaarders. Onderling betalen banken namelijk rond de −0,5 procent om bij elkaar te lenen.”

Data: DNB en Bloomberg

 

En dan is er nog een andere plek waar banken goedkoop aan geld kunnen komen: de Europese Centrale Bank (ECB). “Al sinds 2014 leent de centrale bank voor een speciaal tarief uit aan commerciële banken, op voorwaarde dat die dat geld opnieuw uitlenen aan burgers. Deze TLTRO kent op dit moment een tarief van −1 procent. Banken hebben de spaarders dus eigenlijk niet nodig om aan geld te komen voor hun bedrijf. De enige reden dat ze de spaarrekeningen aanbieden, is om klanten binnen te halen die ze kunnen interesseren voor hun winstgevende activiteiten, zoals het verstrekken van hypotheken en het beheren van grote vermogens. Wellicht komt er in de toekomst een tijd waarin spaarders voor banken wel weer een aantrekkelijke bron van vermogen kunnen zijn. Dat kan ook een reden zijn dat banken nu toch spaarrekeningen blijven aanbieden.”

 

Inflatie

Maar hoe komt het dat de kranten volstaan met nieuws over een stijgende rente als de marktrente tussen banken nog steeds zo laag is? Daarvoor is het belangrijk vast te stellen dat niet alle leningen hetzelfde zijn, en dus ook niet alle tarieven, aldus Knaap. “De rente is over het algemeen hoger als de lening langer loopt, en ook als het risico op wanbetaling hoger is. Wat we op dit moment zien, is dat de vergoeding voor allebei die factoren oploopt. Dus waar de rente voor veilige, korte leningen nog heel laag is, loopt de rente voor lange en/of risicovolle leningen, zoals hypotheken, weer op.” Helaas voor spaarders is hun spaarrekening een korte lening (je kunt het geld er snel weer afhalen) en dan ook nog aan een veilige partij (vaak een Nederlandse bank), waardoor het risico op wanbetaling klein is en de rente laag.

 

“De rente voor veilige, korte leningen wordt vrijwel helemaal gecontroleerd door de ECB met haar monetaire beleid. Dat doet ze met de tarieven waarvoor banken geld bij de ECB kunnen onderbrengen of lenen. De regel is dat die rente oploopt als de inflatie te ver boven het doel van 2 procent stijgt. De afgelopen jaren was de inflatie juist laag, zo’n 1 procent gemiddeld, en daardoor kwamen we te zitten met deze lage rentetarieven. Maar dat beeld is compleet veranderd: inmiddels is de inflatie in de eurozone 7,5 procent. De verwachting is dan ook dat de ECB de rente gaat verhogen boven het huidige niveau van −0,5 procent. De grote vraag is hoe snel dat gaat gebeuren. De laatste renteverhoging is alweer zo’n 11 jaar geleden en de ECB is nog druk bezig om eerst haar opkoopprogramma (het opkopen van schuldpapier om zo de economie te stimuleren, red.) en de TLTRO te sluiten. De ECB heeft aangekondigd dat het opkoopprogramma ‘in het derde kwartaal’ klaar is, pas dan kan de rente omhoog.  Eerder dan juli wordt het dan ook niet. Financiële handelaren houden er rekening mee dat de beleidsrente, een korte rente, eind dit jaar stijgt naar 0,3 procent.”

 

Termijndeposito

Voor spaarders met een gewone rekening zal er voor de kerst nog niet zoveel gebeuren, verwacht Knaap. “Zoals de geschiedenis laat zien, stijgt de spaarrente maar langzaam mee met de marktrente. Kleine spaarders krijgen al een tijdje een ‘subsidie’ van 0,5 procent – hun rente van 0,01 is een half procent hoger dan de marktrente. Die subsidie zal eerst uit de huidige tarieven moeten lopen. Stijgt de beleidsrente inderdaad door naar 0,3 procent, dan kan de rente op spaarrekeningen ook omhoog, maar ik vermoed dat dat nog wel even duurt. Wel is het mogelijk dat de termijndeposito, waarbij spaarders hun geld voor een langere tijd vastzetten voor een hogere rente dan op een spaarrekening, een terugkeer maakt. Veel banken bieden zo’n termijndeposito op dit moment niet meer aan, omdat ook de rentes voor langere perioden onder nul lagen. Nu de Nederlandse staat alweer bijna 1 procent betaalt op een obligatie van 5 jaar, is het mogelijk dat Nederlandse banken hier weer een percentage gaan betalen dat zonder vergrootglas te zien is. De rente voor langere perioden kan nog verder omhoog, vooral als de inflatie nog een tijdje aanhoudt. Dan zou het voor spaarders weer aantrekkelijk kunnen worden om hun geld op zo’n termijndeposito te stallen.”