Stoppen met groeien?

Gepubliceerd op: 3 juni 2021

Als je ergens niet gelukkig van wordt, dan kun je er beter mee stoppen. Helemaal als de nevenschade groot is. Nee, dit stukje gaat niet over slechte relaties, maar over economische groei. Daar wordt bovenstaande redenering namelijk nogal eens op losgelaten. Moeten we dus stoppen met economische groei?

 

Natuurlijk heeft economische groei echt nog wel fans. Vooral als ze hoog is en politici zich op de borst willen kloppen. Toch krijgt economische groei ook de nodige kritiek. Zoals Bobby Kennedy ruim een halve eeuw terug al stelde, meet het bruto binnenlands product (BBP) juist niet de dingen die het leven de moeite waard maken. Denk aan de gezondheid van onze kinderen, de schoonheid van onze poëzie of de integriteit van onze bestuurders. Daarnaast worden zaken als milieuschade en uitputting van hulpbronnen niet goed meegenomen.

 

Een imperfecte maatstaf dus. Maar ja, de uitslag op het scorebord weerspiegelt ook niet altijd hoe goed – of slecht – mijn voetbalcluppie gespeeld heeft. Is dat een probleem? Nou, wel als geldt what gets measured gets managed. Als het spel goed is, maar de resultaten uitblijven, dan wordt de trainer ontslagen. Volgens dezelfde redenering kan een politicus zonder economische groei zijn baan vaarwel zeggen. Hij of zij zal dus groeibevorderend beleid willen voeren.

 

Wat is doorredenerend het gevolg? Lelijk en saai resultaatvoetbal. In het geval van voetbal blijft de schade beperkt tot indutten voor het laatste fluitsignaal. Economisch scorebordbeleid kan meer kwaad. “Economische groei is een monster dat de aarde uitput en mensenlevens eist,” stelde iemand vorige week in een kranteninterview. Met als aanbeveling om een stap terug te doen, zeg maar ‘stoppen met groeien’.

Niet stoppen, maar sturen op het soort groei lijkt me zinvoller

Ik heb problemen met die diagnose en daarmee ook met de remedie. Nu ben ik geen politicoloog, maar het wil er bij mij niet in dat een andere samenstelling van het BBP-cijfer – zeg: we halen de gasbaten eruit – verschil maakt in het stemhokje. Natuurlijk zijn koopkrachtplaatjes een Haagse obsessie, maar dat is echt wat anders dan scoren met economische groei. Het driftige bezuinigen na de financiële crisis wijst ook niet op een monomane focus op groei.

 

De schaduwkanten van economische groei – zoals CO2-uitstoot, beroep op eindige hulpbronnen – verminder je niet door de groei anders te meten. En stoppen met groeien zelf is nogal rigoureus. Groei heeft levens fors verbeterd en kan helpen armoede verder terug te dringen. Ook niet onbelangrijk: zonder economische groei kun je niet sparen omdat er niemand is die investeert.

 

Niet stoppen, maar sturen op het soort groei – minder schaduw, meer licht – lijkt me zinvoller. Minder productie van spullen, maar meer hergebruik en meer dienstverlening. Zorg voor minder energie-intensieve productie en voor minder CO2-intensieve energie. Op dat spoor zit ook het scenario van het internationaal energieagentschap van vorige maand met een klimaatneutrale economie in 2050. Daarin groeit de economie wel degelijk. Hoe sturen we de groei? Onder andere met regels, belastingen, subsidies en overheidsinvesteringen. Dat beïnvloedt de relatieve prijzen van grondstofgebruik, uitstoot en arbeid en helpt de groei gezonder te maken: eerlijker, groener, meer circulair, ‘ontspuld’.

 

Is economische groei een monster dat we moeten opsluiten? Ik zie het meer als een vrolijk huisdier dat helaas ook regelmatig moet worden gecorrigeerd voor zijn onstuimige gedrag. Dat de buren er schande van spreken is onterecht. Je moet hem ook nooit zomaar loslaten. En je moet hem laten zien wie de baas is – met straffen en belonen. Dan beleef je het meeste plezier aan het beestje.

 

Charles Kalshoven is senior strategist bij APG