Mythe: invaren is pensioen afpakken

Gepubliceerd op: 5 maart 2024

Er is al heel wat gezegd en geschreven over de nieuwe pensioenwet die vorig jaar inging, maar toch blijven er misverstanden bestaan. In de serie ‘Pensioenmythes ontkracht’ nemen we steeds één mythe onder de loep. De vierde – invaren is pensioen afpakken – leggen we voor aan Hans van der Meer, strategisch beleidsmedewerker bij APG.  

 

In het vernieuwde pensioenstelsel krijgen deelnemers geen pensioenaanspraak meer, maar een toegezegde premie. Er wordt geen specifieke uitkeringshoogte meer toegezegd zoals in het ‘oude’ stelsel, maar er wordt een vaste premie voor je ingelegd. De optelsom van de ingelegde premies en het beleggingsrendement dat daarop wordt behaald, vormt het pensioenvermogen van de deelnemer. Uit dat vermogen wordt uiteindelijk de pensioenuitkering betaald.


Angst gegrond?
Invaren houdt in dat die pensioenaanspraken – die zijn opgebouwd binnen het oude stelsel – en pensioenuitkeringen worden overgezet naar de vernieuwde pensioenregeling. De aanspraken worden dus omgezet in persoonlijk pensioenvermogen. Niet iedereen is er even gerust op dat bij die omrekening geen nadeel ondervonden wordt. Hier en daar bestaat het beeld dat zo een deel van het pensioen wordt ‘afgepakt’. Die angst komt deels voort uit het feit dat in de media vaak wordt benadrukt dat er geen bezwaar kan worden gemaakt tegen het invaren. Hoe gegrond is die angst?


Van der Meer: “Het is goed om te weten waarom invaren precies plaatsvindt. Pensioenfondsen zetten de bestaande aanspraken en uitkeringen om naar de vernieuwde regeling omdat zo de collectiviteit van het pensioenfonds intact kan blijven. Zonder invaren zou er een breuk ontstaan tussen oude aanspraken en nieuwe aanspraken. Dat zou de pensioenregelingen ingewikkelder en minder efficiënt maken. Het vernieuwde contract werkt het beste als alle werknemers met hun hele pensioen meedoen.


Dat geldt overigens ook voor het huidige contract. Een pensioenfonds is gebaseerd op collectiviteit en solidariteit en het is daarvoor essentieel dat iedereen meedoet. Daarom is deelname aan de pensioenregeling van een werkgever verplicht. Het is ook de reden waarom deelnemers geen bezwaar kunnen maken tegen omzetting van hun aanspraken en uitkeringen naar de vernieuwde regeling.”


Bij het omzetten van aanspraken is de insteek dat de pensioenen die al zijn ingegaan, niet omlaaggaan.  Ook voor de werknemers die nog niet met pensioen zijn, zal het pensioen dat ze kunnen verwachten, zo veel mogelijk gelijk blijven, zegt Van der Meer. “Pensioenfondsbesturen doen hun uiterste best om dat te realiseren. En als we kijken naar de huidige financiële situatie van de fondsen, ziet het ernaar uit dat dat gaat lukken.”

 

Strikte regels
Van der Meer houdt daarbij wel een slag om de arm. “Mocht de financiële situatie van pensioenfondsen de komende jaren sterk verslechteren, dan is het mogelijk dat pensioenen toch lager worden. In dat geval wordt die verlaging echter niet veroorzaakt door het invaren, maar door de financiële situatie. Ook in het ‘oude’ stelsel worden pensioenen in zo'n situatie lager.” 

 

Deelnemers kunnen er dus op vertrouwen, dat er geen pensioen wordt afgepakt? “Ja. Bij de omzetting wordt voor iedere actieve deelnemer en iedere pensioengerechtigde een persoonlijk vermogen vastgesteld. Voor de berekening daarvan gelden strikte regels en de Nederlandsche Bank ziet toe op een goede uitvoering daarvan. Deelnemers kunnen daarop vertrouwen, er wordt geen pensioen afgepakt.


Dit alles betekent een ingrijpende wijziging van het Nederlandse pensioenstelsel. Maar invaren betekent eigenlijk alleen dat iedereen blijft deelnemen in de gezamenlijke integrale pensioenregeling van het fonds.”