7 vragen over de Wet toekomst pensioenen

Gepubliceerd op: 11 september 2022

De Tweede Kamer is op maandag 12 september begonnen met de behandeling van de Wet toekomst pensioenen. Pardon? Wat zegt u? De wet hoe?

De Wet toekomst pensioenen, die - afgekort - ook wel Wtp wordt genoemd.

Hieronder het antwoord op vragen als Wat houdt deze wet in?, Waarom gaat deze wet miljoenen mensen aan? en Welke rol speelt pensioenuitvoerder APG in dat geheel?

 

Update - Maandag 12 september was het eerste wetgevingsoverleg over de Wet toekomst pensioenen. Er waren woordvoerders van 15 verschillende partijen aanwezig. Er zijn veel vragen gesteld over het voorliggende wetsvoorstel,  zowel door coalitiepartijen als door oppositiepartijen.

Met name Groen Links en PvdA stelden zich kritisch op. Dit zijn partijen die van belang zijn voor het kabinet om het wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer te krijgen. Deze partijen zijn bang voor een ‘ramp in slow motion’; 1,7 miljoen werkenden bouwen ook met de nieuwe regels geen aanvullend pensioen op. Ook zijn GL en PvdA bezorgd over de evenwichtigheid rondom het invaren.

Donderdag 15 september zal minister Schouten de vragen beantwoorden. We kijken vanuit APG vol belangstelling mee.

Wat is de Wet toekomst pensioenen?

We gaan in Nederland toe naar nieuwe regels voor pensioen. Het huidige pensioenstelsel belooft iedere pensioendeelnemer een vast bedrag bij pensionering. Als gevolg hiervan moeten pensioenfondsen hoge buffers aanhouden. Want wie weet welke onverwachte gebeurtenissen ons in de toekomst nog staan te wachten? Die verplicht aan te houden buffers waren er mede de oorzaak van dat bijna alle pensioenen de afgelopen tijd niet konden worden verhoogd, goede beleggingsresultaten en een bloeiende economie ten spijt.

Met de Wet toekomst pensioenen treedt een ander systeem in werking. Met de nieuwe regels bouwt iedereen pensioen op via een premieregeling. In dit pensioen staat vast hoeveel geld (premie) een werknemer en zijn of haar werkgever in het pensioen stoppen. In dat systeem ligt het bedrag dat bij pensionering wordt uitgekeerd niet vast. Wel wordt een doelstelling afgesproken. De fondsen controleren met enige regelmaat of de toekomstige doelstelling haalbaar is bij de dan geldende premie.

De ingelegde premie wordt belegd. Jongeren hebben meer tijd om mee- en tegenvallers richting de toekomst op te vangen en ouderen veel minder. Daarom wordt het geld per leeftijdsgroep anders belegd. Zo bouwt iedereen als het ware een persoonlijk pensioenvermogen op. Omdat de uitkering in hoogte mag verschillen, kan het pensioen als het goed gaat met de economie eerder omhoog. Gaat het minder goed, dan kan het pensioen ook omlaag. De meeste pensioenfondsen kiezen voor een regeling waarbij écht grote financiële tegenvallers echter nog altijd samen kunnen worden opgevangen. Dat heet het solidaire contract. In dit contract heeft het pensioenfonds diverse instrumenten om schommelingen in de pensioenen te voorkomen of te beperken. Alternatief is een zogenoemd flexibel contract, waarbij het individu meer keuzes kan maken, maar waarbij er ook minder ruimte is om tegenvallers met elkaar te delen.

 

Voor wie geldt deze nieuwe Wet toekomst pensioenen?

 

Bijna iedereen krijgt op enig moment met deze wet te maken. De wet geldt voor iedereen die in Nederland via een werkgever pensioen gaat opbouwen, al heeft opgebouwd en ook voor alle mensen die reeds met pensioen zijn.

 

Waarom zijn de nieuwe regels voor pensioen nodig?

 

Pensioenfondsen hebben de uitkering de afgelopen jaren nauwelijks kunnen verhogen. De regels schreven immers voor dat grote buffers aangehouden moesten worden. Pensioengerechtigden zagen de kosten van hun levensonderhoud ieder jaar stijgen, maar hun pensioen niet. En dat terwijl de economie het fantastisch deed en de inkomsten uit beleggingen groeiden. Veel mensen vonden dit oneerlijk. Als met de nieuwe wet de belofte van een vaste pensioenuitkering verdwijnt, is er eerder ruimte voor een verhoging van de pensioenen.  

Een tweede reden voor een nieuw pensioenstelsel is dat de Wet toekomst pensioenen inspeelt op het feit dat steeds meer mensen vaker van baan wisselen, een tijd helemaal niet werken of bijvoorbeeld voor zichzelf beginnen.

Derde reden is transparantie: voor veel mensen is nu niet duidelijk hoeveel ze betalen voor hun pensioen en hoeveel ze opbouwen. De werknemer krijgt straks te zien hoeveel geld er voor hem of haar is gereserveerd voor het pensioen in de pensioenpot en hoe dit vermogen zich ontwikkelt als gevolg van de betaalde premie en het behaalde rendement.

 

Welke rol speelt APG in dit geheel?

 

APG is een pensioenuitvoeringsbedrijf. Wij werken in opdracht van pensioenfondsen, zoals ABP en bpfBouw, en voor de deelnemers en werkgevers die bij deze fondsen zijn aangesloten. 

Voor vier van onze pensioenfondsklanten beleggen we de premies die deelnemers en werkgevers daar inleggen. Dat doen we op een zo duurzaam mogelijke manier, bij een zo laag mogelijk risico en tegen een zo goed mogelijk rendement.

Daarnaast doen we de administratie voor alle acht bij ons aangesloten pensioenfondsen. We zorgen dat we de premies op tijd incasseren en het pensioen op tijd uitkeren. Bovendien verzorgen we de communicatie van de fondsen met hun deelnemers.

Samen met de fondsen is APG al geruime tijd bezig met de voorbereidingen om de overstap van het huidige naar het nieuwe stelsel straks op een zorgvuldige en overzichtelijke manier te maken.

 

Wanneer moet de Wet toekomst pensioenen in gaan?

 

Dit is één van de onderwerpen waar de Tweede Kamerleden het over gaan hebben. Minister Carola Schouten heeft laten weten dat ze graag wil dat de wet voor het eind van dit jaar zowel door de Tweede en Eerste Kamer wordt behandeld en per 1 januari 2023 in kan gaan. Daarna hebben pensioenfondsen, sociale partners en pensioenuitvoerders nog 4 jaar de tijd - tot 1 januari 2027 - om de pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving.

 

Bestaat de kans dat de Tweede Kamer niet instemt met de Wtp?

De verwachting is dat in ieder geval de coalitiepartijen voor de wet zullen stemmen omdat dit voornemen is vastgelegd in het regeerakkoord. Hoeveel overige partijen voor de wet zullen stemmen is de vraag. Deze nieuwe wet is erg uitgebreid en veel Kamerleden vinden het complexe materie. Sommigen geven aan meer tijd te willen om de wet goed te bestuderen. Anderen geven aan meer informatie te willen hebben. In de Tweede Kamer heeft de coalitie een meerderheid, waardoor de verwachting is dat de wet zal worden aangenomen. Na de stemmingen in de Tweede Kamer volgt nog de behandeling in de Eerste Kamer. Daar heeft de coalitie geen meerderheid en is dus van belang dat ook overige partijen voor de wet zullen stemmen.

 

Wat als de Eerste Kamer na de behandeling niet instemt met de Wtp?

 

Dan moet het kabinet besluiten of ze het voorstel niet invoeren of dat ze aan de bezwaren van de Eerste Kamer tegemoet willen komen. In dat laatste geval kan het kabinet kiezen voor een aanpassingswetsvoorstel dat dan eerst weer door de Tweede Kamer moet worden besproken. Dan loopt invoering van de wet hoogst waarschijnlijk forse vertraging op.

 

Meer weten over de nieuwe regels van pensioen: onsnieuwepensioen.nl